Odijk in de Middeleeuwen

In de latere Middeleeuwen (1000-1500) begint voor ons de geschiedenis van Odijk echt te leven. We leren Odijkers kennen en de structuur van het dorp wordt langzaam duidelijker. Er wordt een kerk gebouwd en Odijk krijgt een schout en uiteindelijk ook schepenen.

Heribert, de abdij en Odijk

Odijk was eigendom van de Duitse keizer Otto, zagen we in de Vroege Middeleeuwen. Het dorp heette Jodichem of Iodichem en er was een zogenaamde curtis, of hof: een aantal boerderijen met landerijen en weides.

In 1003 schonk keizer Otto III het dorp Odijk aan bisschop Heribert van Keulen. Op dat moment had de keizer het hele dorp in bezit, dus inclusief het derde deel dat de Sint Maartenskerk eerder bezat. Het was misschien wel de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van Odijk in de Middeleeuwen.

De schenking zorgde er namelijk voor dat Odijk onafhankelijk ging ontwikkelen van de rest van Utrecht. Een groot deel van het gewest Utrecht (later het Sticht) kwam namelijk in handen van de bisschop van Utrecht en de Staten van Utrecht als zijn opvolger.

Maar niet Odijk. Als een klein Asterix-dorpje kwam Odijk nooit meer in handen van de bisschop, de Staten van Utrecht of één van de Utrechtse kerken.

Keizer Otto III en Heribert, bisschop van Keulen
Gebrandschilderd raam in de kerk van Krezau (D) van keizer Otto III en Heribert, bisschop van Keulen (bron: Wikipedia)

Maar Heribert hield Odijk niet zelf. In 1019 schonk hij het aan de Benedictijnerabdij van Deutz, vlakbij Keulen.

Heribert had de abdij zelf gesticht. De schenking omvatte het hele dorp, inclusief de zogenaamde koninklijke rechten daar. Dat betekent de rechten op benoemingen, rechtspraak, misschien ook wel kerkelijke rechten. Ik maakt al eerder een video over deze schenking.

Vanuit de abdij zal er een zogenaamde ‘meier’ in Odijk zijn aangesteld: een beheerder van de eigendommen. Boerderij Het Burgje is in het standaardwerk van Cees Dekker al genoemd als mogelijke plaats van deze eigendommen.

Odijk wordt van Gelre en Vianen

En toen begon een duistere periode in de Odijkse middeleeuwse geschiedenis.

Want van de periode dat de abdij van Deutz in Odijk heer en meester was, weten we eigenlijk niets.

Op enig moment bezat de hertog van Gelre Odijk. Dat is misschien gebeurd in 1256. Toen deed de Abdij van Deutz namelijk het eigendom van Wijk over aan de hertog. Wellicht wisselde Odijk in diezelfde transactie ook van eigenaar, maar dat weten we niet.

Op zijn beurt behield Gelre Odijk ook niet zelf. De hertog gaf het dorp in onderleen. Gelre bleef dan wel leenheer, maar als een soort onderhuur, werd de heer van Vianen beleend met Odijk. Alle rechten gingen daar naartoe over.

De eerste Odijkers verschijnen in de bronnen

Rond deze tijd verschenen ook de eerste Odijkers die we kennen, ten tonele.

Willem van Odijk (Wilhelmi de Hodik), bijvoorbeeld in 1288. En misschien wel zijn voorvaderen Lubbert van Odijk (1165) en Werenboud van Odijk (1243).

Maar dit blijven nog wat duistere figuren.

De eerste Odijkse boeren kennen we beter, zoals de uitgebreide familie Utenboomgaard. We kennen Willem, Wouter, Peter en Johan Utenboomgaard. Johan kreeg een straatnaam in het Johan Utenboomgaard-erf.

Zo verschenen nog vele families in de Odijkse bronnen, vaak met een boerderijnaam die we nu ook nog kennen. Van de Beug (Boghe) bijvoorbeeld. Of Van Scadewijk, dat waarschijnlijk verbasterd is tot Van Schaik.

Marcel Kemp heeft over deze tijd twee mooie artikelen geschreven. Zelf schreef ik over burg- en valknamen en het middeleeuwse Odijk. Alledrie deze artikelen zijn te downloaden via de Universiteit van Utrecht.

De kapel van Odijk ontstaat

Rond 1230 schenkt de bisschop van Utrecht de kerk van Werkhoven aan de kerk van Oudmunster. Dat gebeurt tezamen met een kapel in Odijk:

Ecclesiam etiam de Werkanden et capellam de Odike insimul contulit.

Dit betekent zoveel als ‘de kerk te Werkhoven en de kapel te Odijk, die even oud is’.

Tussen 1275 en 1280 komt Odijk regelmatig voor op kerklijsten, met ene pastoor Hendrik.

Voorbeeld van kapel
De Odijkse kapel in de Middeleeuwen zal ongeveer zo groot zijn geweest als deze in Maastricht, en dan van hout (foto: Wikipedia)

Meer bronnen over Odijk in de Middeleeuwen

Het beste boek over Odijk in de Middeleeuwen is nog altijd de zogenaamde Dikke Dekker: het standaardwerk Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen, door C. Dekker. Je vindt alle gegevens op mijn pagina met  bronnen voor goed onderzoek naar de geschiedenis van Odijk.

Maar de beste bron voor de Middeleeuwse geschiedenis van Odijk is natuurlijk nog altijd eigen, goed, jarenlang kritisch archiefonderzoek.