Tot 1844 mochten de Odijkse protestanten niet hun eigen dominee kiezen. Dat recht was voorbehouden aan kerkgemeenten die een eigen kerkenraad hadden. Odijkse dominees werden beroepen (zoals dat heet) door de classis, de verzamelde dominees uit de regio.

Daarom konden de Odijkers alleen maar hun voorkeur opgeven over de dominee die ze op de eigen kansel wilden zien.

Dat gebeurde dus ook in 1726, toen een nieuwe dominee gekozen moest worden.

Waar blijft de nieuwe dominee?

Op 9 juli 1725 was dominee van Baren overleden. Hij had er ruim 30 jaar trouwe dienst in Odijk op zitten. De classis moet weer aan de bak, om de Odijkers snel een nieuwe dominee te bezorgen.

Maar de dominees van de classis liepen niet zo hard. Dat hebben we helaas vaker gezien. In 1648 liep een beroeping nog flink uit de hand, omdat de classis lang treuzelde en de Odijker de beroeping in eigen hand namen.

In november sturen de Odijkers een verzoek om eens voort te maken met de beroeping.

Ze krijgen slechts als antwoord dat een gedeputeerde van de classis zich daarmee zal bezighouden als de tijd rijp is.

Een herhaald verzoek in maart mag ook niet baten.

De Staten van Utrecht steunen de Odijkers

Daarom nemen de lidmaten opnieuw het heft in eigen handen: ze richten een verzoek aan de Staten van Utrecht (het bestuur van het gewest/provincie Utrecht) om zelf hun dominee te mogen selecteren.

En ze krijgen die toestemming op 30 april.

Tien lidmaten komen daarom op 7 mei 1726 bij elkaar. Ze nomineren vier dominees als hun mogelijke nieuwe predikant. Uiteindelijk krijgen Jan Hendrik Varenholz en Hendrik van den Berg evenveel stemmen.

Beide dominees worden voorgesteld aan de classis om hieruit een keuze te maken.

Kerk van Odijk rond 1750, tekening: P. van Liender (foto: Het Utrechts Archief)
Kerk van Odijk rond 1750, tekening: P. van Liender (foto: Het Utrechts Archief)

De stemmen staken

De heren van de classis worden ook door de Staten van Utrecht gemaand de procedure snel af te ronden, maar ook daar staken de stemmen.

De classis kiest namelijk opnieuw uit het hele viertal.

En nu krijgen Willem Versteeg en Hendrik van den Berg beiden 14 stemmen.

Om te voorkomen dat de ‘reeds ontstane onlusten’ nog verder uit de hand lopen, vraagt de classis aan het provinciale kerkgezag hulp: mag de stem van de voorzitter de doorslag geven of moet het lot beslissen?

En dan begint het wachten weer.

Na ruim een maand is er nog geen uitsluitsel en de Odijkers sturen maar weer eens een brief waarin zij ‘verklaren en betuijgen dat wij niets anders wensen en versoeken van dat D:nee van den Berg tot ons ordinaris leeraar en predikant wort aangestelt’.

Het lot valt op dominee Van den Berg

Eind augustus lijkt dan eindelijk de kogel door de kerk en wordt ‘op ordre van de Ed: Moog: gedeputeerden Heren Staten dezer provincie ende na aanroeping van Godts h: naam het lot geworpen’.

Dat lot is dominee Van den Berg gunstig gezind: hij wordt geloot.

Hij zal zijn dienst tot groot genoegen uitvoeren. Tot 1741.

Dan vinden de heren van de classis bij een kerkvisitatie (een kerkelijke inspectie) ernstige misstanden, die helaas niet nader omschreven zijn.

Dominee Van den Berg wordt uit de dienst ontzet en verdwijnt uit de Odijkse archieven.

Waar vind je deze gegevens?

Alle bronnen voor deze informatie vind je in het artikel dat ik schreef over beroeping van dominees in Odijk. Dit artikel kun je inzien op issuu.com.

Meer leuke geschiedenis van Odijk?

Meld je aan en ontvang nu en dan leuke geschiedenisberichten over Odijk. Geen spam, geen onzin.

Mooi. Je hoort nu bij de grote groep liefhebbers van Geschiedenis van Odijk.