In de Romeinse tijd was Odijk waarschijnlijk wat het eeuwenlang is geweest: een kleine groep eenvoudige boerderijen aan de rivier. Er was wat akkerbouw, er was wat veeteelt. Gelukkig hebben we een beeld van Odijk in de Romeinse tijd door de vele opgravingen in het dorp. En daar komen leuke details uit naar voren.
Romeinen in het Kromme Rijngebied
De Romeinse tijd begon in Nederland net voor onze jaartelling, rond 12 v. Chr. Over die datering zijn de meningen verdeeld, maar zeker is dat rond die tijd er al Romeinen in onze contreien waren.
Het Kromme Rijngebied gaat voor de Romeinen pas meetellen rond 50 n.Chr. Ze waren hier al langer, maar in het jaar 47 riepen de Romeinen de rivier de Rijn uit tot de noordgrens van het Romeinse Rijk.
De Romeinen bouwden forten en wachttorens op de linkeroever van de Rijn om de ‘barbaren’ uit Germania Superior (noordelijk van de Rijn) buiten het rijk te houden. Zo ontstond de zogenaamde Limes: de versterkte grens langs de rivier. En aan de grensrivier ontstond een smeltkroes van inheemse bewoners (Germanen en Kelten) en de Romeinse bezetters. Die laatste waren overigens ook vaak helemaal geen Romeinen, maar soldaten uit alle delen van Europa.

Fectio als grote aanjager
De belangrijkste gebeurtenis in de Romeinse tijd voor Odijk, was de bouw van het castellum Fectio, het Romeinse fort bij Vechten. Dat werd gesticht in het begin van onze jaartelling, ver voor de aanleg van de Limes.
Tijdens de regeringsperiode van keizer Augustus (27 voor Chr. tot 14 na Chr.) werd er al een zogenaamd castellum gebouwd, waarschijnlijk rond het jaar 4 n. Chr.
Fectio maakte een heel aantal bouwfasen door. Het werd verschillende keren vernietigd en opnieuw opgebouwd, onder andere na de Bataafse opstand in het jaar 70. Dat gebeurde meestal met hout en aarden wallen.
Pas in de laatste fase van het castellum tussen 177 en 274, werd er gebouwd met tufsteen.

Het castellum lag strategisch aan de rivier de Rijn, met een directe verbinding naar het noorden via de Vecht. Daar huisden immers Germaanse stammen als de Frisii, waarmee de Romeinen vrijwel continu in oorlog waren.
Ook na het besluit de grens te leggen bij de Rijn en alleen nog defensief te reageren op de Germaanse stammen, behield Fectio waarde voor de Romeinen. Het castellum bleef een belangrijke legerplaats en het inheems dorp (de vicus) rond het castellum floreerde nog eeuwenlang.
Daarvan getuigen de vele archeologische vondsten uit de Romeinse tijd in Odijk.
Een groot castellum in de buurt, de bezetting van wachttorens en de nodige logistiek, plaatste Odijk midden in de wereld van de Limesgrens. Er bestaat het vermoeden dat het Raaphofsepad, vanwege de bijzondere rechte vorm, deel uitmaakte van de Limesweg. Maar ondanks allerlei archeologisch onderzoek is dat nog niet aangetoond.
Het Odijkse landschap in de Romeins tijd
Om Odijk in de Romeinse tijd goed te kunnen bepalen, moeten we even kijken naar de wetenschap van de fysische geografie, ofwel de ontwikkeling van ons landschap.
Het Kromme Rijnlandschap bestaat uit de rivier, hooggelegen stroomruggen en laaggelegen broeklanden. De stroomruggen en broeklanden ontstonden omdat de rivier eeuwenlang kronkelde en haar weg zocht in het landschap. Het water zette zand af dat groeide tot stroomruggen en klei, dat de natte broeklanden ging vormen.
Wat had dat dan te maken met Odijk in de Romeinse tijd? Daarvoor moeten we kijken naar de stroomrug waar Odijk op ligt. Dat is de Kromme Rijnstroomrug.
Henk Berendsen publiceerde in de jaren 80 een groot onderzoek naar de ontwikkeling van het Kromme Rijngebied. In deze ‘De genese van het landschap in het zuiden van de provincie Utrecht’ (en allerlei artikelen hierover) toonde hij aan dat de Kromme Rijnstroomrug nog volop in ontwikkeling was in de Romeinse tijd. Dit betekent dat de rivier haar weg nog zocht. Soms stroomde ze zus en soms zo.
Dat is ook goed te zien op de hoogtekaart van de omgeving van Odijk, waar we de oude waterlopen rond de huidige bedding zien kronkelen.

Romeinse vondsten in Odijk
In één van mijn artikelen heb ik al eens op een rijtje gezet wat er allemaal aan Romeinse vondsten uit de Odijkse bodem is gehaald, in het tijdschrift van de historische vereniging (p.71). Maar sindsdien is er nog vele keren in Odijkse grond gegraven door archeologen.
De vroegste vondst (en tegelijkertijd één van de mooiste) is die van een klein beeldje. Het is een afbeelding van Mercurius, zoals er veel gevonden zijn in de loop der tijd. Maar deze Odijkse vondst dateert al van voor 1848! In dat jaar ontving het Provinciaal Utrechts Genootschap het beeldje. Uit bronnen in de collectie van de oude Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek weet ik dat het in de buurt van de Schoudermantel is gevonden.

Interessant boek over de omgeving van Odijk in de Romeinse tijd
De archeologische rapporten zijn natuurlijk goud waard om meer te weten over de Romeinse tijd in Odijk. Maar niet iedereen heeft daar toegang toe.
Een echte aanrader is dan het boek van Wouter Vos over de Romeinse tijd in het Kromme Rijngebied: ‘Bataafs Platteland’. Het is heel toegankelijk en ook héél mooi uitgegeven.
Het is weliswaar allang uitverkocht, maar mocht je het nog tweedehands kunnen vinden: koop het onmiddellijk. Anders is Wouter Vos’ artikel in het blad van de Historische Vereniging Tussen Rijn en Lek een goede vervanger.
