Odijk in de Vroege Middeleeuwen

In de Vroege Middeleeuwen (400-1000) was Odijk precies als in de Romeinse tijd: een kleine nederzetting met boerderijen, akkers en weiden. De oude Rijn kwam wat tot rust en het werd mogelijk op de oeverwallen te leven. Archeologisch onderzoek wijst uit dat Odijk gedurende de hele Vroege Middeleeuwen bewoond was.

Ontwikkelingen in de Vroege Middeleeuwen

Na de Romeinse tijd lag Odijk in het zelfde machtsvacuüm als de hele Lage Landen. Waarschijnlijk waren er lokale machthebbers, stamhoofden, “warlords” die de dienst uitmaakten. Maar op de plaats van Odijk leefden toch vooral boeren die het hoofd boven water probeerden te houden.

Rond het jaar 700 begon de geschiedenis rond Utrecht een beetje gedocumenteerd te worden.

dorp in de middeleeuwen

In 695 vestigde Willibrord zich in Utrecht. Er verschenen missionarissen, die in Utrecht (dan nog heidens Fries’ gebied) het Christendom brengen. Maar een kerk in Odijk was nog heel ver weg.

Wel begon Utrecht een belangrijk centrum te worden van de Lage Landen. Er werd flink om gevochten tussen Friezen en Franken. De Friese koningen Aldgisl en Radboud werden uiteindelijk verslagen en Utrecht kwam definitief onder Frankisch bewind.

De Vikingen komen

Nog steeds was Odijk dan wat het al eeuwen was: een kleine nederzetting met enkele boerderijen.

De Odijkers zagen in het noorden hoe Utrecht zich ontwikkelde tot een forse nederzetting Wiltenburg en in het zuiden: Dorestad. Aan de Lek of Lake groeide die nederzetting uit tot een handelscentrum van formaat. Vanuit heel Europa trokken handelaren naar Dorestad. Via de kades aan de rivier werden goederen uit heel Europa verhandeld.

En daar zullen Odijk en Odijkers best van meegeprofiteerd hebben. Maar de kans is klein dat die eenvoudige inheemse (waarschijnlijk Fries-Germaanse) boeren dat besef hebben gehad.

Toen brak er een moeilijke tijd aan voor Odijk, zoals voor alle nederzettingen in Utrecht: de invallen van de Vikingen begonnen. Vanaf 825 plunderden ze Dorestad en begon de neergang in deze streek. De bisschop vluchtte weg uit Utrecht en ook van Odijk hoeven we weinig goeds te verwachten in die tijd.

Wie bezat Odijk in de Vroege Middeleeuwen?

Odijk behoorde tot het Frankische Rijk en was dus van de Frankische koning. Maar in 925 veranderde dat. Er begon op koninklijk niveau een periode van veroveringen, huwelijken en overervingen. Uiteindelijk werd de Duitse Otto I gekroond tot keizer van het Heilige Roomse Rijk, waartoe de Lage Landen (en dus ook het gewest Utrecht en Odijk) tot 1648 behoorden.

Van Odijk weten we vooral uit de goederenlijst van de Sint Maartenskerk in Utrecht, die aan het begin van de tiende eeuw werd opgesteld. Daarin werd ook Iodichem genoemd, net als Bunninchem (Bunnik). Die namen kunnen van Germaanse of Keltische oorsprong zijn, waar ik ooit al een artikel over schreef.

Op dat moment bezat de Utrechtse Sint Maartenskerk een deel van Odijk. In de goederenlijst staat Odijk genoemd naast Bunnik en Werkhoven:

In villa Iodichem tertia pars ville.

En dat betekent zoveel als:

In de villa Odijk een derde van het dorp.

‘Villa’ moet je in dit geval lezen als  ‘dorp’ of ‘nederzetting’.

Deel van de kopie-akte van de goederenlijst van St. Maartenskerk uit 915-948
Deel van de kopie-akte van de goederenlijst van St. Maartenskerk uit 915-948

Archeologische bewijzen

Op een aantal plaatsen in Odijk vonden archeologen bewijzen voor vroegmiddeleeuwse bewoning. Vooral de vondsten aan de Singel-Schoudermantel zijn interessant.

In oudere literatuur is steeds verondersteld dat de streek na de Romeinse tijd ontvolkt is geraakt. Vondsten lijken nu uit te wijzen dat het juist andersom is geweest: dat de streek pas in de laat-Romeinse tijd is bevolkt en vanaf dat moment een continue bewoning kent.

Ik schreef een artikel over de archeologische vondsten in Odijk, waarin ook enkele vroegmiddeleeuwse vondsten genoemd worden. De vondst van Middeleeuws goud in 2008, vlakbij de A12, staat daar overigens nog niet in, maar lees je in het artikel dat ik op deze site publiceerde.

Op de vindplaatsen Peek-Mocking zijn mooie scherven gevonden uit de Merovingische tijd. En zelfs een skelet dat aan de ringvinger een koperen ring droeg, die wellicht ook uit die tijd komt.

Skelet van een jongeling, gevonden op terrein van Co Peek (2000)
Skelet van een jongeling, gevonden op terrein Peek/Singel West in 2000 (foto: rapport ADC 60)

Inmiddels zijn de archeologische opgravingen in Odijk vaak aangehaald in andere rapporten als bewijs voor vroeg-middeleeuwse (Merovingische) bewoning in het rivierengebied. Zo zie je maar weer.