In het seizoen 1984-1985 besloot carnavalsvereniging De Rijnpinters de Ojikse carnavalsoptocht te verplaatsen. Voortaan zou die op zondag door het dorp trekken. Het bleek een gouden greep.
Carnavalsoptochten in drie kernen
Een Ojikse carnavalsoptocht was er al sinds begin jaren 70, in navolging van Bunnik (Kikkerloo) en Werkhoven (De Vergeten Hoek). Bunnik en Odijk liepen in de beginperiode zelfs nog gezamenlijk, met de ene keer een start in Bunnik en het volgende jaar in Odijk.
In Werkhoven liepen (en lopen) de carnavalsvierders altijd een week voor het officiële carnaval door het dorp. Maar toen de optochten van Bunnik en Odijk apart startten, liepen de twee dorpen kort na elkaar. Actieve Rijnpinters van het eerste uur als Harry Rijnsoever en Ton Oostrom probeerden dit in goede banen te leiden.

De grote verandering: naar de zondag
In het seizoen 1984-1985 nam de vereniging een besluit dat nog lang zou naklinken. De optocht zou voor het eerst op zondag worden gehouden.
Dat was natuurlijk een gok. Geen idee of het aantal aanmeldingen zou blijven stijgen, of er nog steeds veel mensen op de Meent en in de andere straten van het dorp zouden staan.
Maar men kon niet anders.

De achtergrond van het besluit
Al jaren had de politie (een heel klein corps) problemen om de optochten in Bunnik en Odijk op één dag goed te begeleiden. Toen ze steeds groter werden, kon de politie de voorbereiding en veiligheid niet meer garanderen.
Ook van deelnemers en het publiek werd een oplossing gevraagd voor de twee optochten. Sommige groepen wilden in beide dorpen meelopen, maar dat lukte vrijwel niet meer. Beide optochten waren inmiddels zo groot en zo lang geworden, dat men niet op tijd van Bunnik naar Odijk kon komen. Dat gold voor de langzaam rijdende wagens (die al vroeg moesten opstellen) nog meer.
De optochtcommissie moest toen met een oplossing komen. Met de senaat en het bestuur besloten organisatoren als Ton Oostrom, Piet Peek en Giel van Velzen toen om de optocht te verplaatsen naar de zondag.
Wagens bij Kassing, pastoor stemt in
Als snel bleek dat er grote animo was uit de andere dorpen. Die reden allemaal op zaterdag. Een optocht op zondag maakte het mogelijk de wagens nog een keer te showen aan het publiek.
Om de wagens uit Odijk en de andere dorpen niet te ver te laten rijden, bood Kassing van de Raaphof aan om de wagens te laten overnachten in een grote hal.
Zo kon het zijn dat op zondag om 11 uur een grote bonte stoet richting Odijk reed om aan te sluiten op Singel of Zeisterweg voor de optocht.
Met pastoor Claessens was overlegd of een optocht op zondag voor problemen zou zorgen. De pastoor met een goede neus voor de dorpsgemeenschap, verwachtte van niet. Wellicht praatte hij zelf ook nog wel menig fronzend dorpsgenoot om.
Dus de optocht kon doorgaan.
Het resultaat: de grootste van de omgeving
Datzelfde jaar bleek de dagwissel een gouden greep: de optocht werd met voorsprong de grootste van de streek. In 1986 probeerde een andere vereniging het kunstje te herhalen, maar dat mislukte.

In 1988 vertelde Ton Oostrom vol trots dat er inmiddels 55 wagens meereden en tijdens de optocht 1000 herinneringen werden uitgereikt.
Of het nu nog zo groot is, weet ik niet. Maar de geschiedenis wijst wel uit dat de optocht op zondag een gouden greep is.